donderdag 28 mei 2015

BLADE RUNNER
































































Terug in het noorden. De meimaand is al weer voorbij. Intussen is het gras nog niet gemaaid. Staat de tuin vol fluitenkruid, bloeien de meidoorn, de madelief, boshyacint en vergeet-mij-niet. En in de kas een gigantische brandnetel met bladeren van wel 20 centimeter.

Ik heb moeite de tuin aan te raken.

Eerst een tekst schrijven voor het komend Proustsymposium op Oosterhouw 12 juni. Ik lees een passage voor uit het laatste deel 'De tijd hervonden' en spiegel die aan de mystieke weg. Het moment dat het verleden over het heden schuift en de tijdloze mens herschapen wordt door de herinnering: 

'Maar keren een geluid, een geur, voorheen al eens gehoord of opgesnoven, tegelijkertijd in heden en verleden terug,..., dan komt de permanente, doorgaans verborgen essentie der dingen vrij, en ons ware ik, die - soms al een lange tijd - dood leek te zijn, maar het niet helemaal was, ontwaakt en roert zich zoals hij het hemels voedsel dat hem wordt aangedragen opvangt.'

We maken dus momenten mee 'buiten de tijd', en dan pas zijn we gelukkig, vrij, niet bang voor de dood. En ondertussen werken we aan het paradijs van ons zintuiglijk leven. 

Ik kreeg daarvoor van Klaas een Japans tuingereedschap dat zo in een actiefilm zijn bloedig werk zou kunnen doen. Ik laat de jongens ermee het fluitenkruid steken.

We gaan Venetiaanse gerechten maken op het symposium uit het kookboek Polpo. We hebben dagenlang in het VenetiĆ« van Proust gelopen en de biennale bezocht. Verwend door de kok van Kees en Marwyah, Luciano, die kookt vanuit zijn groentetuin op een van de eilanden van de lagune. 

Christian Kolk maakt hier een begin met het jaarlijks snoeiwerk en het wel heel langzaam groeiend eikje, een zaailing uit Hokkaido , komt dit jaar weer prachtig uit.

Voor het eerst een zijtak en een bloesemknop.